Jan Rotmans: “Het zit in onszelf: Als je zelf wezenlijk wilt veranderen moet je je eigen weerstand overwinnen”
Transities zijn mensenwerk. Meer en meer is professor transitiekunde Jan Rotmans tot het inzicht gekomen dat mensen het verloop van transities bepalen. Als onderdeel van en in wisselwerking met een complex web van technologie, markten, instituties, beleid en cultuur uiteraard. Maar als puntje bij paaltje komt, vraagt een systeemverandering om een persoonlijke verandering. Reflexiviteit, angst en vertrouwen zijn dan ook sleutelwoorden in Rotmans nieuwe boek Omwenteling.
Iedereen lijkt verandermoe. Overal om je heen hoor je dat mensen bezig zijn met veranderen. Organisaties zijn aan het veranderen. De samenleving is aan het veranderen. Professor Jan Rotmans, die al meer dan dertig jaar transities bestudeert, noemt dat ‘gewone’ verandering en die is volgens hem van alle tijden. Incrementele veranderingen, waarbij het gaat over een beetje veranderen, slimmer worden of efficiënter zijn. In het beste geval leidt dat tot het optimaliseren van wat er al is, meent hij.
Nee, als de Rotterdammer het over verandering heeft, heeft hij het over transformatieve verandering. Dat is diepe verandering. Onomkeerbare verandering. Wezenlijk anders denken. Anders handelen en organiseren. Kortom, een radicale verandering, waarbij alles wat vanzelfsprekend is ter discussie komt te staan.
Over je eigen schaduw heen stappen
Er mag dan grote verandermoeheid zijn onder mensen, de behoefte aan diepe verandering is alom aanwezig, zo schrijft Rotmans in zijn nieuwste boek Omwenteling. Steeds meer mensen voelen zich niet meer thuis in de huidige samenleving. Ze missen de warmte, saamhorigheid, barmhartigheid en het vertrouwen in een samenleving die draait om geld, rendement en efficiency. Waarin systemen en cijfers belangrijker zijn geworden dan mensen. Zo’n samenleving kan rationeel goed marcheren, maar is in feite ziek en maakt mensen ziek.
Het punt dat Rotmans wil maken, is dat we die systemen zelf hebben gebouwd. En hoewel ze ons lang hebben geholpen, keren ze zich nu tegen ons. We hebben echter het vermogen om die systemen te transformeren, meent hij, omdat wij zelf het systeem zijn.
En daar komt de aap uit de mouw: dat systeem veranderen, lukt niet met een ‘gewone’ verandering. Dat vraagt een transformatieve verandering en die is veel ingrijpender, moeilijker en bedreigender dan ‘gewoon’ veranderen. Het vraagt het bijna onmogelijke: loslaten wat we hebben geleerd en tot nu toe hebben gedacht en gedaan. Over je eigen schaduw heen stappen, vindt hij daarvoor een mooie metafoor. Van nature doen wij dat liever niet: ons brein is vanuit de evolutionaire ontwikkeling gericht op stabiliteit en continuïteit. Maar eens in de zoveel tijd is het nodig.
Nu is zo’n tijd van omwenteling. In drie delen gaat de hoogleraar in Omwenteling in op de maatschappelijke, organisatorische en menselijke omwenteling waar we midden in zitten. Die maatschappelijke omwenteling, waarbij de maatschappij, economie en machtsverhoudingen kantelen, behandelde hij uitvoerig in zijn vorige boek Verandering van Tijdperk (2014). Er is sprake van een verandering van tijdperk als de veranderingen fundamenteel van aard zijn, op vrijwel alle terreinen voorkomen en elkaar in eenzelfde richting versterken.
Zoiets komt niet vaak voor. De laatste keer was in de tweede helft van de negentiende eeuw, de tijd van de maatschappelijke modernisering, industriële revolutie en machtswisseling van adel naar bourgeoisie. Het meemaken van zo’n omwenteling is een unicum dat slechts weinig generaties is gegeven. Spannender dan dit tijdsgewricht kan het nauwelijks worden, stelt Rotmans.
Nog tien jaar chaos en instabiliteit
Die omwenteling gaat gepaard met chaos en instabiliteit. Omdat het zo ontwrichtend is en ontzettend veel energie van mensen, systemen, de samenleving en economie vraagt, kan zo’n periode van chaos en instabiliteit niet te lang duren. Hoe ver staan we dan vandaag met de maatschappelijke en organisatorische omwenteling, vraag ik hem.
Rotmans: “We zitten nu midden in die chaosfase, waarbij heel veel mensen zien dat het anders moet en kan. Dat het oude niet meer zo goed werkt. We zitten in een fase waarin ook veel nieuws ontstaat, maar het is allemaal nog fragiel. En de oude instituten willen nog niet wijken.
Wat opvalt, is dat de complexiteit van maatschappelijke stelsels als de zorg, het onderwijs en de arbeidsmarkt in de 19de eeuw nog te overzien was. Die complexiteit is nu vele malen groter. In die zin is er ook geen precedent, wat kan betekenen dat de chaosfase veel langer duurt dan vroeger.
Ik verwacht dat het nog wel tien jaar kan duren. Niet dat het dan opgelost is, maar dan zien mensen in ieder geval welke richting het opgaat. Nu zien heel veel mensen geeneens een richting. Het lijkt alle kanten op te gaan. Ik denk dat er over een aantal jaren een meer duidelijke maatschappijvisie komt die richting geeft.”
Concreet verwacht Rotmans, zo schrijft hij in Omwenteling, chaos en maatschappelijke onrust geworteld in de hervorming van onze maatschappelijke stelsels (pensioenstelsel, arbeidsmarkt, belastingstelsel, zorg en onderwijs), de kwetsbare economie waar zich binnen tien jaar een volgende financiële crisis aandient en de gevolgen van digitalisering, automatisering en robotisering voor de arbeidsmarkt, die vooral de middenklasse zal treffen.
Rotmans: “Het is maar goed dat de meeste mensen dat nog niet beseffen, denk ik wel eens. Anders zouden ze er waarschijnlijk van wakker liggen. Tegelijkertijd hoop ik wel dat steeds meer mensen hun ogen daarvoor openen. Anders word je elke dag verrast in de komende decennia. En je wil niet elke dag verrast worden, want dan leid je een heel onrustig bestaan.”
De meest wendbare bedrijven overleven
In het tweede deel van zijn boek staat de organisatorische omwenteling voor bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties centraal. Ook daar ziet Rotmans dat het besef dat het anders moet, nog vaak ontbreekt. Of je nu groot, middelgroot of klein bent, of je nu succesvol bent en goed draait of niet, je kunt er niet omheen. Er komt een orkaan op je af, zo voorspelt hij.
Rotmans: “Als burgers, klanten, consumenten én de omgeving aan het transformeren zijn, moet je je als bedrijf, overheid of maatschappelijke organisatie anders gaan verhouden tot die orkaan die op je afkomt. Je moet jezelf opnieuw uitvinden.”
Maar veel organisaties zijn daar nog helemaal niet mee bezig blijkt uit onderzoek van DRIFT, het Dutch Research Institute For Transitions waaraan Jan Rotmans als hoogleraar is verbonden. Minder dan 5 procent van de bedrijven behoort tot de categorie van transformatieve bedrijven, bedrijven die nieuwe wegen inslaan. Het overgrote deel is reactief of actief, en zo’n 10 procent is proactief en anticipeert voortdurend op de veranderingen om hen heen.
Rotmans: “De nieuwe tijd vraagt om een ander type organisatie: niet verticaal maar horizontaal, niet hiërarchisch maar organisch, en niet log maar wendbaar. Vaak zijn het bedrijven die een tijdje voorop hebben gelopen en heilig geloven in hun verdienmodel, die onvoldoende wendbaar zijn. Ze vallen terug en doen dan nog één laatste poging om het toch nog terug te pakken. Dat mislukt bijna altijd. Het zijn dan ook niet de grootste en slimste bedrijven die overleven, maar de meest wendbare bedrijven.
Voor die organisatorische omwenteling reikt de transitiespecialist op basis van jarenlange ervaring vijf verandersleutels aan: neem de tijd, creëer smal en diep draagvlak, ontwikkel een veranderstrategie, creëer experimenteerruimte en bied mensen een veilige omgeving.
Grootste uitdaging is vertrouwen opbouwen
Die relatief veilige omgeving is hard nodig binnen de onrust en chaos van een organisatie in transitie. Vooral het aspect ‘vertrouwen’ is daarbij een heikel punt. Bij veel organisaties zit wantrouwen diepgeworteld in de cultuur. Elke organisatie die werkt vanuit wantrouwen is ziek en is op termijn gedoemd ten onder te gaan, schrijft Rotmans.
De grootste uitdaging zit hem dan ook in het wegnemen van angst en wantrouwen, en in het opbouwen van vertrouwen. Maar vertrouwen hebben in anderen kan alleen als je ook op jezelf durft te vertrouwen. Als je wezenlijk wilt veranderen zoek je het niet in regels en procedures, want dan leg je het buiten jezelf neer. Wie wezenlijk wil veranderen, zoekt het in zichzelf.
Over die wezenlijke menselijke omwenteling gaat het derde en meest confronterende deel van zijn boek. In die persoonlijke transformatie staat het overwinnen van angst centraal. Die wezenlijke angst voor verandering is normaal. Er staat veel op het spel: je weet wat je achterlaat, maar niet wat daarvoor in de plaats komt. Die angst loslaten, is dus essentieel, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
“Klopt.” zegt de professor, “wat veel mensen doen, is om die angst heen gaan. In die eerste fase van die persoonlijke transitie ontken je het vaak en geef je het ook geen plaats. Maar het heeft alleen maar zin door het toe te geven. Dat lijkt een zwaktebod, maar dat is het niet. Het is veel zwakker als je je angst ontkent.
De angst erkennen, is de lastigste fase. Op het moment dat je dat eenmaal doet, kom je tot zelfinzicht en kun je proberen die angst in positieve energie om te zetten. Dan is de stap niet zo heel groot meer naar werkelijk springen. Maar op het moment dat je het durft, wordt het niet makkelijker. Het wordt vaak zelfs moeilijker, maar ik heb nog nooit iemand meegemaakt die daar spijt van had en terug wilde. Dat is de hoop die ik mensen wil meegeven.”
Eerst iets ergs gebeuren
In de eerste ontkenningsfase van een persoonlijke transitie is men zich nog onvoldoende bewust van de noodzaak om wezenlijk te veranderen. De urgentie ontbreekt nog. Terwijl, als mensen de urgentie leren voelen, ze juist de traagheid van transities kunnen versnellen. Uit de verhalen van mensen die Rotmans in zijn boek vertelt, hemzelf incluis, lijkt het dat daar bijna altijd eerst iets ergs moet gebeuren voordat die persoonlijke omwenteling kan plaatsvinden.
Rotmans: “Net zo goed als je bij systemen een crisis nodig hebt, heb je in je persoonlijke leven ook wel zo’n kantelmoment nodig. Ik durf niet te beweren dat het een noodzakelijke voorwaarde is, maar ik heb de afgelopen tien jaar toch wel honderden mensen gesproken die ook hele heftige dingen hebben meegemaakt en daardoor intrinsiek veranderden.”
Al heel jong wist Jan Rotmans dat hij twee dingen wilde: iets met kennis en de wereld een beetje mooier kleuren: “Iedereen dacht: dat jongetje is gek geworden. Mijn moeder zei: ‘doe nou maar normaal, dat past niet bij ons’. Niemand thuis had die drang, ik wel. Het kan bijna niet anders, vanuit de seculariteit, dat dat ook met voorgaande levens te maken heeft. Maar ik heb me daar nog niet verder in verdiept.
Toen ik dertig was, werd ik professor. Na mijn fietsongeluk en de ziektes van mijn kinderen dacht ik: ik moet een grotere groep mensen bereiken, dan die vijfhonderd uit de wetenschap. Dan ben ik nog bewuster scientivist geworden, een activistische wetenschapper. Om de wereld mooier te kleuren. Ik ben daar wel dankbaar voor, eerlijk gezegd. Het is allemaal best wel heftig geweest, met ongelooflijk veel kritiek en weerstand. Maar ik prijs me gelukkig, dat ik dit kan doen, en mag zijn. Elke dag weer.”
Weerstand overwinnen
Jan Rotmans heeft van de weerstand leren genieten. Dat is volgens hem ook één van de verandersleutels voor een persoonlijke omwenteling. Als je zelf wezenlijk wilt veranderen moet je je eigen weerstand overwinnen. Dat is pijnlijk, maar als het lukt werkt het bevrijdend. En weerstand is niet negatief. Geen weerstand is geen contact en niets is erger dan genegeerd worden, schrijft hij.
Dat heeft hij zelf ook ondervonden. Als oprichter van Urgenda, dat een klimaatzaak tegen de Nederlandse staat voerde en won, trekt hij als scientivist ten strijde voor het klimaat. Met Nederland Kantelt maakt hij zichtbaar hoe groot, breed en positief de vernieuwingsbeweging in Nederland is. Maar ooit was dat wel anders.
Rotmans: “Ik heb jarenlang helemaal geen weerstand gehad. Mensen begrepen mijn transitiedenkbeelden niet. Dat is nog veel erger. Als je geen resonantie hebt, ben je echt alleen. Toen ik begon met klimaatverandering lachten mensen me uit en verklaarden me voor gek. Ik kreeg geen cum laude toen ik in 1990, zevenentwintig jaar geleden, promoveerde, omdat die commissie zei dat het klimaatprobleem over vijfentwintig jaar misschien wel helemaal niet zou blijken te bestaan. ‘Dan heeft u een fascinerend onderzoek gedaan naar een niet bestaand probleem’, zeiden ze.
Dan voel je je wel alleen, niet eenzaam maar toch wel alleen. Langzaam is dat gekeerd en kwam de erkenning. Met de erkenning kwam ook de weerstand en kritiek, maar daar geniet ik eigenlijk wel van.”
Chrono Shredder van Susanna Hertrich in expositie Kairos Castle door Joke Hermsen in het Kasteel van Gaasbeek in Lennik (België)
Geestelijk en lichamelijk tot stilstand komen
Persoonlijke transformatie vraagt moed, lef en leiderschap. En moed is niet de afwezigheid van angst, maar het besef dat iets anders belangrijker is dan angst. Het loslaten van je diepere angst om die angst te kunnen overwinnen is moeilijk.
De zoektocht naar je innerlijke kompas kost tijd en ruimte, leerde de professor van filosofe Joke J. Hermsen. Ze gaat met hem in gesprek als hij eind deze maand in De Balie in Amsterdam zijn boek presenteert. Geen gewone chronostijd, maar kairostijd, schrijft Rotmans verwijzend naar Hermsens essaybundel Kairos. Kairos is de tijd van het juiste moment en concentratie. Wie wezenlijk wil veranderen, moet eerst geestelijk en lichamelijk tot stilstand komen en heeft dus kairostijd nodig.
Ik denk, zeg ik tegen Rotmans, dat in een samenleving die racet tegen de kloktijd veel mensen zullen zeggen: ‘Stilstaan? Ja sorry hoor. Dat is allemaal wel mooi, maar daar heb ik geen tijd voor’.
Rotmans: “Ja, dat heb ik ook lang gedacht. Als er iemand doorholde, was ik het wel. Na mijn fietsongeluk werd ik gedwongen om stil te staan. Dat was mijn kairosperiode en dan kom je tot dieper inzicht. Los van de ongemakken en de pijn van het ongeluk gun ik dat iedereen. Ik heb toen geleerd, en ik kan dat ook wel systemisch aangeven, dat je jezelf niet wezenlijk kunt veranderen als je alsmaar doorholt. Dat is gewoon onmogelijk.
Als je kijkt naar de meest voorkomende ziekten in deze tijd, dat zijn angststoornissen en depressies. Ook steeds meer bij jongeren. Je ziet die mensen in nood komen, en dan is het helder: of het lichaam reageert en straft dat af. Of de geest doet dat. Ik heb in mijn voorgaande boeken de Belgische psychiater Paul Verhaeghe aangehaald, die zegt dat we onze identiteit verliezen in deze verweven wereld. Als je, zo zegt hij, niet de tijd neemt om je daarin te verdiepen, dan word je letterlijk ziek.”
Het verschil tussen ‘doen wat je wil’ en ‘willen wat je doet’
In Omwenteling houdt Rotmans de lezer daarom ook een spiegel voor: ‘Iemand die zijn innerlijke kompas volgt, doet wat hij wil. Veel mensen doen echter niet wat ze willen, maar willen wat ze doen’.
Rotmans: “Ook dat heb ik geleerd van Joke, ze heeft best wel invloed gehad op mij. Ik las over het verschil tussen ‘doen wat je wil’ en ‘willen wat je doet’ en Joke legde het me uit. Op het moment dat jij niet in verbinding staat met jezelf, doe je ook niet echt wat je wil, maar je doet wel alsof je dat wil.
Ik ken toch wel heel veel mensen die niet in verbinding staan met zichzelf. Ik denk dat het overgrote deel van de mensen niet werkelijk doet wat ze willen. Terwijl ze zichzelf dat wel wijsmaken. Maar als je een persoonlijke transitie wil doormaken, dan moet je je innerlijk kompas volgen en gaan doen wat je wil. Dat is de kern.”
Heelheid
Maar je innerlijk kompas volgen, is moeilijk betoog ik in lijn met hoe Frederic Laloux in Reinventing Organizations laat zien dat het in de huidige maatschappij niet de bedoeling is je hele zijn mee naar je werk te nemen.
Als werknemer kom je maar als 1/16 van jezelf op je werk. Illustratie door Etienne Appert uit Reinventing Organizations van Frederic Laloux (2016)
Net als Rotmans spreekt Laloux over kantelpunten: elke overgang naar een nieuw menselijk bewustzijnsstadium is een kantelpunt. Een doorbraak daarbij is heelheid, waarbij organisaties ernaar streven collega’s niet alleen van hun rationele, professionele kant te zien, maar ook de emotionele, intuïtieve en spirituele kanten een plaats te geven.
“Kijk,” zegt Rotmans, die aangeeft met Laloux te hebben gesproken en al eens met hem een podium deelde, “over het algemeen is die werkomgeving daar ook helemaal niet op ingesteld. In de zorg en het onderwijs ziet men jou niet als geheel. Men kijkt vooral naar onderdelen en naar wat je wel en niet kan. En als je het niet kan, gaat men daar aan schaven. Maar men ziet niet vanuit een holistisch perspectief wie jij bent. Dat is, denk ik, in al die systemen het grootste falen.
Maar mensen nemen zelf ook te weinig tijd om zichzelf te zien. Dat vind ik wel mooi, die parallel tussen het systeemfalen en persoonlijk falen. Want mensen zijn natuurlijk ook systemen, vol samenhang. Misschien nog wel complexer dan de maatschappelijke systemen die wij kennen. Je hebt de fysieke heelheid, maar ook de mentale heelheid en dan ook nog de combinatie.”
Meer nog, vul ik hem aan, ook het energetische dat je eerder aanhaalde, het spirituele.
Rotmans: “Waar ik dus ook naar op weg ben, maar daar zit ook nog wel wat angst bij mij: wat laat je binnen en wat laat je los? Wordt dat wel geaccepteerd door de wetenschap? Ikzelf denk dat dat best samen kan gaan. Maar ik probeer mensen tegenwoordig ook te raken op een ander niveau. Ik merk steeds vaker na lezingen dat mensen emotioneel reageren, soms zelfs tot huilens toe. Dat ik mensen op zijnsniveau raak. Anders dan alleen maar het kennisniveau.
Vroeger etaleerde ik vooral hoeveel ik wist en dan kom je niet in verbinding met mensen. Je creëert eerder afstand. Als je jezelf laat zien, met de kennis die je hebt, maar ook met de zwakheden die je nog hebt, dan kun je pas echt verbinding creëren met mensen, en daardoor kan ik ze ook meer in beweging laten komen.”
Het zit in onszelf
De oorzaak van de grote maatschappelijke en economische vraagstukken waar wij nu mee geconfronteerd worden, gaat ver terug en ligt ten diepste in onszelf, concludeert Rotmans in Omwenteling. Om verder te komen als mens in je persoonlijke transformatie moet je dieper in jezelf graven en verbinding maken met je wezenlijke zelf. Daarvoor moeten we ons eerst los kunnen maken van ons ego dat zich bezighoudt met macht, status en bezit.
De angst omarmen en overwinnen kan alleen door dieper in onszelf te zoeken naar wie we werkelijk zijn. Pas dan maken we in onszelf de verbinding tussen hoofd en hart, en ontstaat een gevoel van eenheid. In het realiseren van die verbindingen tussen hoofd en hart ligt de grote uitdaging voor ons allen. Op het moment dat die verbinding tussen hoofd en hart eenmaal tot stand is gekomen, is het proces onomkeerbaar.
Disrupt jezelf
Dit interview maakt deel uit van een reeks interviews in ons boek Disrupt Jezelf. Interviews met seismografen van de tijd als economiefilosoof Rogier De Langhe, innovatiedenker Carlota Perez, cultureel antropoloog Rik Pinxten en innovatiebioloog Leen Gorissen.
Omdat macro een spiegel van micro is - en andersom - gaan we in het boek ook dieper in op het microniveau (jezelf leren begrijpen en eerlijk kijken naar jezelf) en maken we duidelijk dat alles met alles is verbonden.
Disrupt Jezelf knipt het licht aan in je hoofd door je in woord en beeld de verandering van tijdperk te laten zien, begrijpen en mee-maken.